Skip to main content

Verteltips om zelf het Bijbelverhaal te vertellen

Verteltips


Hoe vertel ik zelf het verhaal? - Twee verteltips!

Duur:                    

5 - 10 minuten

Download:

Hoe vertel ik zelf het verhaal.pdf

Werkvorm:

Optie 1: Maak een fotoserie

Maak een fotoserie van het Bijbelverhaal.
Verdeel het verhaal in delen.
Laat de kinderen elk deel van het Bijbelverhaal uitbeelden en maak hier een foto van.
Print vervolgens de foto’s uit en zet ze op volgorde.

Met verkleedkleren en attributen kan je het heel leuk en interessant maken!

Optie 2: Lees het verhaal voor…

Abram en Sarai hebben een heftige tijd achter de rug gehad in Egypte. Vanwege een hongersnood waren ze uit Kanaän, hun beloofde land naar Egypte gereisd. Maar daar was de farao verliefde geworden op Sarai. Wat een verhaal. Houd maar op… Als je wilt weten waar daar in Egypte tussen de farao, Sarai en Abram gebeurde, moet je dat maar een keer in de Bijbel lezen. Uiteindelijk reizen ze terug naar Kanaän en ze zijn schatrijk. Ze hebben zoveel schapen en andere dieren, dat er een nieuw probleem ontstaat. Er is te weinig gras en water voor de kuddes van Abram. Maar dat niet alleen… Ook Lot is heel rijk geworden in Egypte. Ook voor zijn kuddes is te weinig eten. Tja, ze reizen natuurlijk door een woestenij. Dit gaat niet goed.

De herders van Abram en Lot kregen steeds meer ruzie. “Dit kan niet zo langer doorgaan.”, zei Abram. Straks vallen er nog doden. We zijn toch familie van elkaar. Hij nodigde Lot uit voor een maaltijd in zijn tent. “Lot, je bent mijn geliefde neef. Je bent als een zoon voor me. Maar zo kan het niet langer. We zijn te groot geworden voor dit land. Er is te weinig voedsel. We moeten allebei onze eigen kant op gaan. En jij… jij mag als eerste kiezen.”

Lot weet niet wat hij hoort. Hij is die ruzies ook helemaal zat. En nu heeft hij zomaar het winnende lot gewonnen. Hij mag kiezen. Natuurlijk is Abram ouder dan hij. Natuurlijk zou het respectvoller zijn om Abram eerst te laten kiezen. Maar nee, hoor. Lot grijpt zijn kans. Dit winnende lot laat hij nooit meer los.

Lot weet gelijk wat hij wil. Zijn kuddes hebben water nodig. Water en grasland. Bij de rivier de Jordaan is er genoeg water en grasland. Het lijkt zelfs een beetje op Egypte. Oh Egypte, Lot had de smaak te pakken. Tja, natuurlijk heb je daar ook de steden Sodom en Gomorra. Wat denk je? Lot had de verhalen over Sodom en Gomorra heus wel gehoord. Dat waren van die gure en goddeloze plekken. Maar daar hoeft Lot toch geen last van te hebben. Nee, hoor! Daar kan ik wel wat mee. Samen met zijn vrouw en zijn twee dochters vertrekt Lot met al zijn schapen en herders naar het beste stuk land.  Op naar Sodom en Gomorra.

Abram blijft achter. Achter in de woestijn. In het droge en dorre gedeelte. Heeft hij de verkeerde keuze gemaakt? Had hij voor zichzelf moeten opkomen? Nee, hij houdt teveel van zijn neef. Hij gunt hem het beste. Nou, of dit het beste was… De tijd zal het leren.

God ziet het en spreekt tot Abram.

Kijk naar dit land. Bekijk het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Dit land ga ik aan jou en je nakomelingen geven. Ik ga je ontelbaar veel nakomelingen geven. Net zoveel als het zand op het strand. Ga maar op reis. Je kunt overal gaan, want Ik ga dit land aan jou geven.”

En Abram gaat. Met zijn vrouw Sarai en al zijn kuddes. Op naar de eiken van Mamre bij de stad Hebron waar hij gaat wonen. Ver van zijn neef Lot vandaan en hier bouwt hij een altaar voor de God.