Een hond krijgt er ineens een nieuwe bewoner bij in huis: een stofzuigrobot. Deze robot racet door de kamer en eet al zijn op de grond gevallen brokjes op. De robot en de hond lijken grote vijanden, maar over verloop van tijd gaat de hond de robot als speelkameraadje zien. Op een gegeven moment is de accu leeg en duwt de hond de robot terug in de oplader. Als de robot weer opgeladen is, is hij veranderd. Hij laat de hond zijn brokjes op eten en de hond mag zelf op hem zitten.

Waarom past dit filmpje bij het Bijbelverhaal van vandaag?

In dit verhaal lijkt de stofzuig robot op Levi de farizeeër. De stofzuig robot racet door de ruimte en pikt alle brokjes voor de hand weg. Levi is een tollenaar en pikt al het geld van de mensen in. Maar de hond toont de robot liefde en vriendschap. De robot verandert en begint een nieuw leven. In het Bijbelverhaal verandert Levi door het aanbod van Jezus en begint ook een nieuw leven. 

Stap 1: Jij mag niet meedoen!

In het Bijbelverhaal van vandaag zijn de farizeeën en wetsleraren boos op Jezus en zijn discipelen. Zij aten met slechte mensen en iedereen weet dat slechte mensen niet mogen meedoen met het normale leven. Daar ga je zeker niet mee eten.

Maar hoe voelt dat als je niet mag meedoen?

Benodigdheden:

- één grote lolly
- voor elk kind een kleine lolly
- zak
- balletjes waarvan er één een unieke kleur heeft (als je dit hebt, ben je af)

Vertel:   
Ik ga vandaag één kind deze grote lolly geven. Maar wie, oh wie?

Jullie mogen zo om de beurt je hand in deze zak steken en zonder te kijken een balletje uit de zak pakken. In deze zak zit één ….. gekleurde bal in. Als je dit hebt gepakt, ben je af en mag jij niet meer meedoen.

Opdracht:           
Laat alle kinderen om beurten een bal pakken.  

Bij de middenbouw en zeker de bovenbouw kan je met de kinderen (een beetje plagerig)  tegen het kind zeggen dat af is: “Jij mag niet meer meedoen!”

Opdracht:          
Laat alle kinderen de ballen weer in de zak doen en haal één van de normale ballen eruit.

Laat alle kinderen opnieuw een bal pakken. Wie heeft nu de foute bal? Dit kind is af en dan zeg je tegen dat kind: “Jij mag niet meer meedoen!”

Ga net zolang door totdat er twee kinderen over zijn. Het kind dat als laatste de goede bal heeft gepakt, is de winnaar van de lolly. Tegen de verliezer zeggen we met zijn allen: “Jij mag niet meer meedoen!”

Geef alle kinderen een kleine lolly als troostprijs.

Stap 2:  Bekijk de video ‘Dustin’ met elkaar.

Stap 3: Een tweede kans?

Vraag:                  
Wat heeft dit filmpje met het verhaal van vandaag te maken?

Vertel:                
De stofzuiger leek een beetje op Levi. Alles inpikkend van andere mensen. Je kunt je voorstellen dat de hond hartstikke blij was, toen de stofzuiger niks meer deed. De farizeeën zouden zeker blij zijn geweest als er iets mis was gegaan met Levi. Maar de hond lijkt te zeggen: “Kom, laten we weer spelen.” De farizeeën zeggen: “Jij mag niet meedoen

Vraag:                 
Hoe voelt het als een groep mensen tegen je zeggen: “Jij mag niet meedoen!”

Vertel:                
Wij speelden vandaag natuurlijk maar een spel. Maar heb je het weleens meegemaakt dat anderen zeiden: “Jij mag niet meedoen!”?

Vraag:                 
Wie wil hier iets over vertellen?

Vertellen:           
In het Bijbelverhaal van vandaag zeiden de farizeeën tegen de tollenaars en andere slechte mensen: “Jij mag niet meedoen!”

Vraag:                 
- Hadden de farizeeën gelijk, denk je? Waarom wel / niet?
- Zijn er soms kinderen die zo vervelend zijn dat ze echt niet mogen meedoen?
- Kan je daar een voorbeeld van geven?
- Is Jezus blij met wat de tollenaars doen?

Vertel:                
Jezus zegt niet: “Oh wat leuk, jij bent een tollenaar. Zullen we gezellig samen gaan eten.” Jezus zegt tegen Levi: “Volg mij!”. Levi en de andere tollenaars moeten veranderen als zij met Jezus willen optrekken.

Vraag:                 
Vind je het eerlijk dat de tollenaars en andere mensen moeten veranderen voordat ze met Jezus mogen optrekken?

Vertel:                
De farizeeën vonden dit niet eerlijk. Maar Jezus zei: “Ik geef hen een kans om te veranderen. Daar ben ik voor gekomen.”

Vraag:                 
- Verdient iedereen een kans om te veranderen?
- Wie geef jij die kans?