In onze gelijkenis van vandaag brengen zowel de tollenaar als de Farizeeër hun gebed naar God. Maar welk gebed komt aan?
Wat heb je nodig?
- twee lepels
- vier tennisballen
- twee bakken
Wat gaan we doen?
Opdracht:
Verdeel de kinderen in twee groepen.
De groepen staan aan beide kanten van de ruimte.
Als het spel begint, pakt een speler van beide groepen een van de twee tennisballen met de lepel uit hun bak. Dit doet het zonder de bal met de handen aan te raken. Hierna loopt het kind zo snel mogelijk naar de kant van de tegenstander, waar het de bal in het bakje van de tegenstander doet. Dan rent het kind terug. Het geeft de lepel aan de volgende speler, die precies hetzelfde doet.
Een team heeft gewonnen op het moment dat al hun ballen in het bakje van hun tegenstander zijn, zonder dat er ook maar één bal in hun eigen bakje is.
Belangrijk:
Een speler moet helemaal opnieuw met de lepel een bal uit het bakje vissen, als het de bal met de handen aanraakt of de bal laat vallen.